-
1 missiles targeted on Europe
missiles targeted on Europe -
2 target
n. bord gemarkeerd met concentrische cirkels gebruikt door scherpschutter of boogschutter om op te richten; doel, object; doel of situatie die iemand wil bereiken--------v. aanleggen (op doel); richten op; van plan zijn te bereikentarget1[ ta:git] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 on target • op de goede weg, in de goede richting————————target2〈 werkwoord〉2 richten♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский